Hooghuys Organ Pages
 
Deel 3: aan alles komt een einde ...
De bloeiperiode van de firma Hooghuys liep tot aan de Eerste Wereldoorlog; nadien was de productie eerder beperkt. De orgels die voor 1914-18 gebouwd werden, voldeden aan de hoogste standaarden, zonder enig compromis; de instrumenten van na de oorlog moesten veeleer goedkoper kunnen geproduceerd worden. Om de zaken na 1918 nog draaiende te houden, werden op de Place de la Station ook grammofoons en platen (o.a. van het Zonophone-label) verkocht (dit werd echter al vóór 1910 gedaan: oorspronkelijk ging het dus niet om een 'noodzakelijke bron van inkomsten'!). Belangrijk is ook te weten dat Louis een zeer conservatief man was: zo heeft hij bv. nooit orgels met 12 bassen willen bouwen: hij hield het – zoals bij oudere instrumenten – steevast bij 8 bassen. Bovendien was de gamma van veel van zijn instrumenten niet chromatisch, terwijl andere orgelbouwers al lang niet meer op deze manier te werk gingen.

Louis François overleed op 16 november 1924, na een zwaar ziektebed. Na zijn dood was de activiteit in het bedrijf zo goed als voorbij. De belangrijkste oorzaak voor het stilvallen was de onenigheid onder Louis' oudste twee zonen: Charles François (1878-1951) en Edmond François (1882-1963). Eén van de redenen van de onenigheid was het feit dat Louis - na de dood van zijn eerste echtgenote (Maria Hortensia De Vlaeminck, 1854-1912) - in 1912 hertrouwd was met een veel jongere vrouw (Elisa Maetens, 1884-1918).

 
  Metalen plaatje Phonographes L.Hooghuys Grammont   Familie Hooghuys  
 
Metalen plaatje uit de periode dat Louis Hooghuys ook grammofoons verkocht.
 
De familie Hooghuys. Van links naar rechts: Edmond François Hooghuys, Charlotte de Nutte, haar echtgenoot Charles François Hooghuys, Maria Hortentia de Vlaeminck, Louis Auguste Hooghuys, Louis François Hooghuys en Achille Hooghuys.
 
       
 
Charles François werd geboren te Geraardsbergen op 15 april 1878. Hij was de oudste zoon van Louis maar moest op het vlak van vakmanschap en muziekkennis zijn meerdere erkennen in Edmond. Daarom - en omdat Louis het beter kon vinden met Edmond - beschouwde Louis laatstgenoemde als zijn echte opvolger, wat Charles moeilijk kon verkroppen. Edmond hield zich verder bezig met het restaureren en stemmen van orgels tot aan zijn dood in 1963; Charles daarentegen stopte al zijn activiteiten ten laatste in 1939 (vermoedelijk zelfs eerder). Hoewel er wel orgels bestaan die de naam "Ch.Hooghuys" dragen, is het zo goed als zeker dat Charles nooit een volledig nieuw orgel heeft gebouwd: wellicht werkte hij enkel de zaken af die na de dood van Louis waren overgebleven. Op het moment van Louis' overlijden moesten namelijk nog twee orgels afgewerkt worden: LH650 (84-toets) en CH670 (58-toets); deze beide instrumenten zijn nu in het bezit van Jasper Sanfilippo in Illinois (USA). Verder assembleerde Charles nog CH660 (nu van Teddy Reed in Amersham (UK)) en voorzag hij enkele orgels van een Hooghuysklavier: CH655 (51-toets, van oorsprong een Ruth), CH665 (51-toets, origine onbekend), CH675 (78-toets Pierre Eich, bestaat niet meer) en CH680 (73-toets, van origine een Wellershaus). Verder hield Charles zich enkel bezig met het onderhoud van orgels.

Na de dood van Louis kocht Charles de helft van het fabrieksgebouw aan de Place de la Station; de andere helft werd verkocht aan een meubelmaker. In het aangekocht gedeelte opende Charles een café voor de brouwerij "Zeeberg" te Aalst, waarin hij een dansorgel plaatste (LH620, nu in het bezit van Bill Nunn (USA)). Dat orgel werd in 1931 verkocht aan een foorreiziger. In 1938 verkocht Charles zijn huis en werkplaats aan de genoemde brouwerij maar pas in 1940 verhuisde hij effectief naar een ander adres (Kloosterstraat 24), waarbij zijn enige zoon Romain Charles wel het café overnam en een tijdje verderzette.

 
  Stempel van Charles Hooghuys   Place de la Station te Geraardsbergen  
 
Stempel van Charles Hooghuys. Het adres "Place de la Station" is inmiddels veranderd in "Place de la Gare"
 
Place de la Station/Gare in Geraardsbergen. In het gemarkeerde gebouw was de firma Hooghuys gevestigd. Op deze foto is de rechterhelft echter al verkocht aan een meubelmaker.
 
       
 
De meeste eigenaars van een Hooghuysorgel kennen zonder enige twijfel Romain Charles Hooghuys, de zoon van Charles. Hij werd geboren op 22 juli 1901 te Geraardsbergen. Van Romains hand zijn talrijke zogenaamde sjablonen voor orgelboeken bewaard gebleven, alle daterend van de periode 1921-1931: hij arrangeerde dus orgelboeken gedurende ongeveer 11 jaar. Rond 1930 was hij ook een tijdje actief als pianist in een lokale jazz-band, "The Berkeley boys". Nadien begon hij een bierhandel voor dezelfde brouwerij (Zeeberg) waarvoor Charles een café uitbaatte. Wellicht oefende Romain dit beroep uit tot aan de Tweede Wereldoorlog, toen hij opgeroepen werd voor het leger.

In 1944 verliet Romain Geraardsbergen om onduidelijke redenen, en hij ging in Galmaarden wonen, waar hij een winkel opende waar hij kranten, tijdschriften, papierwaren en 'sneukelderij' verkocht. Gedurende een tijdje baatte hij ook een koffiehandel uit en bij gelegenheid was hij organist in de plaatselijke kerk. In 1951 - na de dood van zijn vader - verhuisde hij terug naar Geraardsbergen en ging hij in de Kloosterstraat 12 wonen. Twee jaar later - in 1953 - verhuisde hij naar de Belgische kust: daar woonde hij achtereenvolgens in Zuienkerke, Lissewege, Wenduine, Zeebrugge en Brugge.

Omstreeks 1955 kocht Romain in Lisswege de 83-toets LH615 (nu in het Museum van Speelkok tot Pierement in Utrecht (NL)) en dit leidde ertoe dat hij weer van tijd tot tijd orgelboeken maakte. In het begin van de jaren '60 kocht hij de 93-toets LH507, een dansorgel met de zogenaamde Gavioli G4-gamma (Hooghuys bouwde verscheidene orgels met deze gamma). Jammer genoeg haalde hij het orgel uit elkaar om de onderdelen voor andere orgels te gebruken. In november 1963 kocht hij dan de 72-toets LH518, beter bekend als de "Senior". Vanaf 1968 bezocht hij tijdens het zomerseizoen iedere dondernamiddag met het orgel de folkloremarkt in Knokke-Heist. Vanaf dat ogenblik arrangeerde Romain weer voltijds orgelboeken.

Omstreeks 1965 kocht Romain tegen een relatief lage prijs de 97-toets LH605, die hij de "Condor" noemde; in oktober 1971 kwam daar de 73-toets LH552 bij (dit orgel is nu in het bezit van Romains zoon Marc, die het orgel de naam "Albatross" meegaf).

Romain bleef muziek arrangeren voor zijn orgels tot 1978, toen hij naar Brugge (nabij het Boudewijnpark) verhuisde. Daar maakte hij nauwelijks nog een tiental boeken, en toen in 1985 de gezondheid van zijn echtgenote achteruitging, stopte hij voorgoed met arrangeren. Op 15 december 1989 overleed Romain na zwaar gewond te zijn geraakt in een auto-ongeval. Zijn echtgenote stierf op de dag van zijn begrafenis …

Gelukkig heeft Romain een waardige opvolger gekregen in zijn zoon Marc Herwig Hooghuys: als enige in de Hooghuysfamilie houdt deze zich nog actief bezig met mechanische orgels, en dit op een ongeëvenaarde manier. Hij houdt zich niet alleen bezig met het onderhoud van orgels maar werkt ook verder aan de restauratie van zijn eigen Hooghuysorgel, de hierboven vermelde 73-toets "Albatross".

 
Romain Charles Hooghuys Vroege handtekening van Romain Charles Hooghuys Marc Hooghuys
Romain Charles - met zijn onafscheidelijke sigaar - aan de kapmachine
 
Vroege handtekening van Romain Charles Hooghuys
Marc Hooghuys aan het werk aan LH553
« Deel 2: van kerk- naar draaiorgel   
Pagina laatst bijgewerkt op 13.07.2012